Een draagbare etenskist ook wel keats. De keats heeft een schanierend deksel met een ijzeren beslag als sluiting. De keats heeft waarschijnlijk nog de orginele groene verf. De letters K. v.d. W. 1837 = K van der War. Stiens, ongehuwd.
De keats werd meegenomen naar het land, wanneer men 's middags niet naar huis kon te eten. Deze keats werd vooral gebruikt tijdens het maaien en of hooien. Men nam mee: "bôle, brea, bûter, tsiis en spek".
Het drinken werd meegenomen in een "blauw pûde" soort veldfles. Men dronk ook vaak uit de sloot, slootwater was toen nog schoon. In de kop van Overijsel heet de keats: koanes.