Chatelaine, sydsulver of naaigerei. Een zilveren chatelaine, met haak, speldenkussen en schaar. De naaldenkoker heeft twee taferelen: een jager en een visser. Willem Schreuder heeft in 1818 deze naaldenkoker gemaakt. Van de overige objecten aan de chatelaine is weinig bekend.
De eerste chatelaines werden gedragen door de vrouw des huizes rond 1600. Zij bestond uit een uit een gordel van stof of zilver met hieraan de sleutel van het huis, provisiekast en kelder. Later kwamen hier het naagerei, messchede en buidel aan.
Toen de mode veranderde en de gordel verdween, werd de chatelaine met een haak aan de rok gehangen. De atributen die aan de chatelaine hingen waren erg verschillend. Het konden nuttige, maar ook siervoorwerpen zijn.
Rond 1860 bestond de chatelaine uit een haak met kettingen daaraan een schaar, naaldenkoker en speldenkussen. Het speldenkussen werd gevuld met vette schapenwol om roesten van naalden te voorkomen.