Een vierkante lap van katoenen stramien met ingeweven dubbele groene rand, geborduurd met 25 verschillende borduurpatronen in wol en zijde in allerlei kleuren.
In de lessen nuttige handwerken bekwaamden de meisjes zich in het haken, mazen, stoppen, naaien en verstellen: Een flinke huisvrouw moest deze technieken beheersen om de kleding van man, kinderen en zichzelf in goede staat te houden. Dit gold ook voor het linnengoed. Ze begonnen met de proeflapjes en daarna mochten ze werkstukken in het klein maken. Daarnaast maakten ze ook kennis met de verschillende borduurtechnieken voor de fraaie handwerken.