Een werkstuk bestaande uit een stofdoekenzak in de vorm van een mensfiguur. Het hoofd is gemaakt van zwart vilt met witte ogen, een rode vilten mond en ringetjes voor de oren. Onder de kin zit een gele vilten kraag. Daaronder zit een driehoekige zak van zwart-wit geruite katoen met een rondlopende onderkant. De twee openingen aan weerszijden zijn versierd met zigzagband. Onder de zak zijn twee zwart vilten benen bevestigd.
In de lessen nuttig handwerken bekwaamden de meisjes zich in het breien, haken, mazen, stoppen, naaien en verstellen: Een flinke huisvrouw moest deze technieken beheersen om de kleding van man, kinderen en zichzelf in goede staat te houden. Dit gold ook voor het linnengoed. Ze begonnen met de proeflapjes en daarna mochten ze werkstukken in het klein maken. Daarnaast maakten ze ook kennis met de verschillende borduur technieken voor de fraaie handwerken.