Een katoenen nadenlap of proeflap waarop met de hand allerlei verschillende technieken zijn aangeleerd: open naaiwerk, splitjes versterken met frivolité driehoekjes, hoeken inzetten, knoopsgaten maken, gefestoneerde gaatjes maken, lusjes aannaaien, enzovoort. De naam I. L. Harmsma en de initialen I. H. zijn er in verwerkt en op geborduurd.
In de lessen nuttig handwerken bekwaamden de meisjes zich in het breien, haken, mazen, stoppen, naaien en verstellen: Een flinke huisvrouw moest deze technieken beheersen om de kleding van man, kinderen en zichzelf in goede staat te houden. Dit gold ook voor het linnengoed. Ze begonnen met de proeflapjes en daarna mochten ze werkstukken in het klein maken. Daarnaast maakten ze ook kennis met de verschillende borduur technieken voor de fraaie handwerken.