Ovaal tafelblad op 3 poten waarvan 2 achter en 1 voor. In ingeklapte toestand bevinden de poten zich tegen de onderkant van het blad en steken naar beneden uit. De onderkant (het middenstuk) van het blad is beschilderd op een wit fond met een rood lint, bloemtrossen en een lauwerkrans, verder groen beschilderd. De bovenkant is bruin met afbeelding van Jezus en een vrouw bij de put. De opstaande rand is gedeeltelijk gewelfd en het onderste deel van de poten is gedraaid. Samen met de tussenstijlen zijn ze groen 'gemarmerd'.