Gouache door Hermanus Siderius 1851, van de Zuiderhaven, met op de voorgrond de schipbrug met daarop vijf mannen en een vrouw. Daarachter in de haven feestelijk gepavoiseerde schepen ter gelegenheid van het bezoek van de Admiraal, namelijk stadhouder Willem V (1748-1806), aan het oorlogsschip Stadt en Lande, 12 september 1791. Links en rechts een schip met de dubbele rood-wit-blauwe vlag van de Admiraliteit en de witte vlag met daarop de Friese adelaar, rechts een schip met als boegbeeld een gouden leeuw. Op de achtergrond zijn de huizen van de Zuiderhaven te zien.
Onder de afbeelding opschrift: Gezigt in de Zuiderhaven te Harlingen zoo als 't zig vertoonde den 12 September 1791 van de drijfbrug te zien toen Z:D:Hoogheid de Admiraal aan boord van 't Schip Stad en Lande was.
Het oorlogsschip Stadt en Lande werd in 1790-1791 in Harlingen op de werf van de Admiraliteit van Friesland (Zuiderhaven) gebouwd.
Met de naam Admiraliteit werd in de Lage Landen in algemene zin vanaf de veertiende eeuw tot 1795 de organisatie over de oorlogsvloot of zeemacht (marine) bedoeld, zowel voor de bestuurlijke, organisatorische als juridische taken die hieruit voortvloeiden. In een afgeleide betekenis werd de term ook gebruikt als aanduiding voor de colleges die met deze taken waren belast. In 1795 werd in Nederland en België de benaming Admiraliteit vervangen door marine, in andere landen bleef de term langer in gebruik. In Nederland keerde het begrip in 1945 terug in de naam Admiraliteitsraad, een bestuursorgaan van de Koninklijke Marine. Oorspronkelijk komt ‘admiraliteit’ van het begrip admiraal, de leider van een oorlogsvloot. Vanaf het moment dat het beheer en de leiding over een oorlogsvloot aan een bestuursorgaan wordt opgedragen, wordt gesproken over ‘admiraliteit’. (Bron: Wikipedia)