Olieverfschildering op doek, grisaille van de Zomer, voorgesteld door vier putti bij een boom, de middelste staand met een bos korenaren, de andere drie op de grond zittend met landbouwwerktuigen als attributen zoals een schep, sikkel en een wiel, gesigneerd en gedateerd: 'P. Bakker 1792'.
Het schilderij is oorspronkelijk afkomstig uit de tuinkamer van Noordijs 15 waar het tot 1920 heeft gehangen als bovendeurstuk (zwart-wit foto monumenten.nl Rijksdienst Monumentenzorg).
In 1920 werd het pand Noordijs 15 eigendom van de Gemeente Harlingen. In 1934 hing het schilderij in de Trouwzaal in het stadhuis van Harlingen (zie Tusschen Flie en Lauwers, Leeuwarder Courant 6 oktober 1934).
Vanaf 1920 tot 1975 was op Noordijs 15 het Gemeentelijk Politiebureau ondergebracht.
Het is niet bekend sinds wanneer dit schilderij op Noordijs 15 heeft gehangen.
Tussen de totstandkoming van het schilderij in 1792 en de verkoop van Noordijs 15 in 1920 waren er verschillende eigenaren.
In 1804 was koopman Jelle Wildschut, gehuwd met Baudina Stinstra eigenaar.
In 1832 was Jacobus van Straten (geb 1779) gehuwd met Margaretha D. Fontein (geb 1780, overl 29 juli 1868), dochter van Dirk Fontein en Catharina Stinstra.
In 1880 was Jan Jonkman (geb Leeuwarden 17-05-1930), steenfabrikant, op 21-11-1861 te Harlingen gehuwd met Anna van Hulst (geb Harlingen 13-01-1836), dochter van steenfabrikant Jan Jans van Hulst en Anna Sybrands Spannenburg, eigenaar en bewoner. Dit echtpaar woonde tussen 1885-1884 op F-032, E-34, D-017, D-013 (= Noordijs 15) en vertrok op 28 april 1884 naar Baarn.
De broer van Anna van Hulst, Sybrand van Hulst werd in 1884 eigenaar van Noordijs 15. Tussen 1884-1920 woonde er de familie Sybrand van Hulst (zoon van Jan van Hulst en Anna Spannenburg) X Catharina Schouwenburg en hun kinderen.
Van 1884 tot 1920 woonde op Noordijs 15 de familie Van Hulst, bestaande uit Sybrand van Hulst (1841-1892), zoon van Jan Jans van Hulst en Anna Spannenburg, gehuwd met Catharina Schouwenburg (1840-1919), en hun kinderen Jan van Hulst, zoon, geb 22-11-1866, DG, steenfabrikant; Hermanus Hendrikus van Hulst (geb 1868), steenfabrikant, Noordijs 15; Martha van Hulst (geb 1878) (vertr 1903 nr Vrijenban); Hendrikkus van Hulst (geb 1873) (vertr 1904 nr Leiden); Jacob van Hulst (geb 1870) (1913 vertr nr Rotterdam); en Anna van Hulst (geb 1871). Deze kinderen zijn allemaal geboren op Rozengracht 4.
Zie o.a. invnr 2559: Verkoping door notaris H. van Hulst te Berlikum, cand.-nots T.W. van der Leij als plaatsvervanger van de notaris mr A.H. van Kleffens te Harlingen, woensdag 4 februari 1920 provisioneel en woensdag 18 februari 1920 finaal in de Beurs te Harlingen publiek: perceel een Noordijs 15, bewoond door familie van Hulst, bevattende onder andere in de "kleine tuinkamer met geschilderd behangsel, voorstellende de vier jaargetijden en boven de deur een Witje van Beikerk".