Polychroom houtsnijwerk, putto met krulhaar, ten halve lijve, met de linkerarm om een gouden kroon met blauwe bol (de pauselijke tiara met bovenop de hemelbol), de rechterarm om een gouden monstrans in de vorm van een opengewerkt relief, waarin een zuil met in het midden een cirkelvorm, geflankeerd door twee gouden engeltjes, waarvan de linker een wierookvat zwaait, daaronder een gevleugeld engelenkopje, bovenop een gouden kroon met blauwe hemelbol.
Het relief is gehavend, de onderste helft ontbreekt, evenals het gezicht van het gevleugelde engelenkopje en de voorkant van de geprofileerde lijst van de monstrans. De verf op de borstkast van de putto is afgebladderd.
Afkomstig uit een huis in de Anjelierstraat te Harlingen.