Handgeschreven verslag en afscheidsdocument van kapitein Klaas Hoekstra (1788-1857), 1826.
Gericht aan "De Heeren Barend Visser en Zoon te Harlingen [...] Heeren Directeuren der Nederlandsche Groenlandsche Straat - Davische Visscherij Societeit te Harlingen. Verzoeke dit geschrift mijne vrouw te geven, op dat zij me haare kinderen eenig naricht van mij heeft. welke ik mede in ulieder aandenken aanbeveel. Jantje Hillenius en kinderen, Waarde vrouw! en Kinderen, De dood voor oogen ziende zoo als gij uit de letteren aan mijne Pricipale kunt zien, zoo dient dit tot afscheid [...], ondertekend door K: Hoekstra en S (Sytze) Hoekstra.
Het document eindigt met "Gebed op het ijs voor het aanvaarden onzer gevaarvolle Reize".
Het manuscript is ingenaaid in een donkerblauwe omslag van sierpapier met rood en wit bedrukt floraal motief.
Egodocument.