Staartklok met mechaniek dat Salomo’s oordeel uitbeeld. Aan de rechterkant zit koning Salomo op zijn troon en zwaait met zijn scepter. De twee vrouwen zijn links te zien, de ware moeder van het kind smekend op haar knieën, terwijl een soldaat de baby aan zijn beentje door de lucht laat slingeren met in zijn andere hand dreigend het zwaard geheven. Het dode kindje ligt in het midden. (1 Koningen 3: 16-28)
De ronde wijzerplaat is boven in de toog gesitueerd.
Boven op de kap een Atlasfiguur met aan weerszijden bazuinblazende engelen van verguld hout.
Voor het slingergat een latoenkoperen versiering, Vader Tijd.