Staartklok met boven in de toog een boerderij mechaniek. Links staat een man boter te karnen, met behulp van een winde, dat is grote boterkarn met hefboom mechaniek.
In het midden van het tafereel melkt een vrouw een koe. Een tweede koe wordt rechts voortgedreven door een man. Op de achtergrond zie je een kop-hals-rompboerderij met een statig voorhuis met klokgevel. Rechtsachter een meer of brede vaart, met een schip.
Naast het deurtje, zwarte geverfde pilaren met koperen kapitelen en basementen.
Boven op de klok staan drie messing bollen op zwarte schoorsteentjes.
De cijferring is wit geschilderd met in de hoeken hoornen en bloemen op een groene ondergrond. In het midden van de cijferring; twee vrouwfiguren op wit-grijze wolken; zinnebeeld voor geloof en hoop.
Voor het slingergat een latoenkoperen versiering, Vadertje Tijd.