De wijzerplaat van deze staartklok is bovenin de toog gesitueerd. Onderin is plaats voor fraaie beschildering van een vissend paar aan de waterkant. En links in een bootje een vissende vrouw.
De drie zijn gekleed volgens de Franse mode van ongeveer 1790, geheel in stijl voor een sportieve buiten activiteit.
De dame rechts draagt een lichte gestreepte zijden redingote, dat is een lange damesjas die aan de voorzijde open is. Een gepoederde pruik met een blauwe en twee rode veren.
Ook de heer is in stijl met zijn jas met een brede kraag. Verder draagt hij een kniebroek met witte kousen en schoenen met zilveren gespen. De dame links in het bootje draagt een donker blauwe redingote, met daaronder een rode rok en een wit kanten schort. Ze heeft een grote zwarte hoed met bloemen op haar hoofd. Ook de dames dragen schoenen met zilveren gespen. De hengels, waar vissen aanhangen, gaan op en neer. De wieken van de molen op de achtergrond, draaien een aantal keer per uur.
Het slinger vensterornament is versierd met een raaf in een ring.
Op de kast een Atlasfiguur met twee bazuin blazenden engelen.