Massief mahoniehouten staartklok met dubbele kap. Op de kap een grote kuif van snijwerk in Biedermeier stijl. Het uurwerk is als van een staande klok.
Deze zeldzame klok heeft in de toog een mechaniek met muzikanten. We zien een orkestje van twee dames en een heer. De beide dames zitten links en rechts. Ze zijn gekleed in witte jurken en spelen op een luit en viola da gamba. De heer in het midden speelt op een viool. Het orkestje speelt op het slagwerk van de klok. (En is op gang te brengen door aan rechterkoordje onder de kast te trekken.) Het linker koordje onder de kast is het repeteerwerk dat het aankomend uur aangeeft als je er aan trekt.
In de vier hoeken van de wijzerplaat zijn de vier jaargetijden geschilderd, waarbij de herfst treffende gelijkenis vertoont met Bacchus, de god van de wijn.
Naast het glazen deurtje voor de wijzerplaat, getorste pilasters van mahonie. De klok is verder versierd met parelranden; langs het deurtje en langs de boven- en onderrand van de kast. De kast is dicht een beide zijkanten. Het slingergat is rond met een ebbenhouten omlijsting. Het glas voor het slingergat is geëtst met een geometrisch partoon.