Geelkoperen wentellog. Patentlog van het type Walker. Cilindervorm met aan de voorzijde een kegel met ring, waaraan het touw werd bevestigd. In de kop van het log het telwerk: drie wijzers die het aantal zeemijlen aangeven. Achter het telwerk een driehoekige vin, die ervoor zorgde dat het gedeelte met het telwerk recht in het water bleef tijdens het voortslepen. Achter deze vin een draaibaar gedeelte met vijf schroefbladen. Dit gedeelte draaide tijdens het voortslepen van het log. De meters telden het aantal omwentelingen en kwamen zo op het aantal afgelegde zeemijlen. Opschriften op het log: - Op de wijzerplaat: Trade Mark / Patentee London / L / LL / Original / Edw. Massey / New patented / Albion / ship log / no. 1'. - Op de vleugels: op vier van de vijf vleugels: 'Rd No / 073 / Trade Mark / en een letter M in een ster op de vijfde vleugel een afbeelding van een anker en de letters TW.
Het log registreerde het aantal afgelegde zeemijlen. Hiertoe werd het geheel aan een lijn achter een schip aangesleept. Bij het ophalen kon worden afgelezen hoeveel mijlen er in de tussentijd waren afgelegd. De schenker heeft vanuit Gaastmeer gevaren op de palingaken, maar ook op andere schepen. Het is mogelijk dat dit log afkomstig is van een palingaak, maar zeker is dat niet.
De combinatie van een anker met de letters TW op de vin zijn het beeldmerk van de firma Thomas Walker & Sons uit Birmingham, welke zeker vanaf 1861 tot 1986 nautische instrumenten vervaardigde.
Voor het eerste commercieel succesvolle mechanische log werd in 1802 patent verleend aan Edward Massey uit Londen. In dit eerst ontwerp waren logvin en klok van elkaar gescheiden door een lijn van ca. 1 meter en werd dit geheel aan een langere lijn achter het schip meegesleept. Diens neef Thomas Walker (1805-1871) combineerde de logvin en klok in één constructie: het zogenaamde “A1 harpoon”of “frictionless” log waarvoor hij in 1861 patent kreeg. Aan het eind van de negentiende eeuw ging het bedrijf van de Massey’s op in Thomas Walker & Sons.
Het “harpoon” log bestond uit een bronzen “rotator” of vin die direct gekoppeld was aan een klokmechanisme die het aantal omwentelingen vertaalde in een afgelegde afstand. Bij latere ontwerpen van o.a. Thomas Walker & Sons werden vin en logklok weer van elkaar gescheiden. De ca. 30 meter lange lijn bracht de omwentelingen van de gesleepte vin over naar een aan boord geplaatste klok. Men kon nu de afgelegde afstand aflezen zonder het geheel binnen te hoeven halen. Bovendien stond het kwetsbare klokmechanisme boven water aan minder risico’s bloot.