Schilderij. Olieverf op doek. Genrestuk. Interieur met links een staande jongen in matrozenkleding. Zittend aan tafel een oudere man met in zijn linkerhand een tweemast-modelscheepje. Zijn rechterhand ligt op een opengeslagen boek. Verder op tafel een tinnen kan met glazen beker, een brood en een een brok kaas op een schotel. Links achter de jongen een raam waarvan het bovenste deel is opengeslagen. Rechtsboven een (vermoedelijke) landkaart. Het schilderij is ingelijst.
Op het schilderij staat op de tafelrand een signatuur: J. Ransma. Over een schilder met deze naam is niets bekend. Vergelijking met werken van de schilder Douwe Hansma doet vermoeden dat het hier niet gaat om een schilder Ransma maar om Douwe Hansma (Dokkum 1812 - Sneek 1891). Hoe en waarom de signatuur dan veranderd zou zijn is onbekend.
In het Museum Dokkum hangt een qua compositie sterk gelijkend schilderij van Douwe Hansma. Op dat schilderij geeft een weesmoeder een weesmeisje goede raad bij haar vertrek uit het weeshuis naar de buitenwereld. Mogelijk betreft het ook in dit geval een scene in een weeshuis: de weeshuisvader die een vertrekkend weeskind nog wat laatste goed raad meegeeft. De jongen in vroege matrozenkledij vertrekt mogelijk naar de grote vaart, hier verbeeld als scheepsmodel. Het boek op tafel is vermoedelijk een Bijbel en deze onderstreept het belang van het vertrouwen op Gods wijsheid.
Douwe Hansma werd op 22 maart 1812 geboren te Dokkum. In 1838/1839 was hij ingeschreven bij de Koninklijke Akademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. In 1841 verhuist Hansma naar Sneek. Hij trouwt op 24 december 1857 met Weltje Schuurmans (1816-1898). Douwe Hansma sterft op 9 juni 1891 te Sneek.
