Wit geglazuurde theekom met blauwe decoratie van bloeiende orchideeen, die bij een Japanse theeceremonie werd gebruikt.
In China en Japan, waar men zich voor het eerst met het theedrinken heeft beziggehouden, hebben zich opmerkelijke onderlinge verschillen ontwikkeld in de bereidingswijze van deze drank. De Chinezen plegen hun thee te zetten door de bladeren met kokend water te overgieten, een methode die later door de Europeanen werd overgenomen. De Japanners daarentegen plachten de theebladeren eerst tot een poeder te wrijven, dat vervolgens in een kommetje met heet water werd opgelost en aldus als een soort pap werd geconsumeerd.
Bij het bereiden van de thee en het drinken ervan, diende men een groot aantal regels in acht te nemen, die van een hoge mate van verfijning getuigen. Het theegerei zelf, dat altijd met de uiterste zorg behandeld werd, gold als een achtenswaardig en veelal bijzonder kostbaar bezit, vooral wanneer de objecten door een beroemde meester vervaardigd waren of een respectabele ouderdom bezaten.
