Aardewerk theepot Boccaro. Bolvormig, los deksel met knopje, gebogen oor en licht gebogen tuit. Op bodem Chin. tekens. Rand deksel beschadigd. In potje en deksel haarscheur.
‘Boccaro’ theepotjes (V2066, v2488A, v641, v2296 verschillende in collectie Museum Joure, in roodbruin klei)
De Chinezen die al heel vroeg meesters waren in de pottenbakkerskunst, ontdekten in het begin van de 16e eeuw dat klei uit de bergen van de provincie Kiang-si bijzonder geschikt was om er theepotten van te bakken. Dat was in een land waar het drinken van thee hoog werd gewaardeerd, een heel bijzondere ontdekking. Men had dan ook succes en de stad Yi-shing werd het centrum van dit pottenbakkerswerk, dat de geschiedenis in zou gaan onder de naam ‘boccaro’ of ook wel ‘buccaro’.
Boccaro theepotjes werden in de meest wonderlijke vormen gemaakt, zoals b.v. in de vorm van vruchten, bloemen, dieren (in bezit MJ), bamboestengels (in bezit MJ) enz.
Ongeveer in 1635 arriveerden de eerste van deze theepotjes in Nederland en ook hier viel dit aparte aardewerk in de smaak. De Hollandse pottenbakkers voelden de concurrentie en probeerden als spoedig deze Boccaro theepotjes na te maken. Maar, dat was geen eenvoudige zaak, want het boccaro steengoed was niet geglazuurd en hoe krijg je uit klei ongeglazuurde potjes welke niet waterdoorlatend , dus niet poreus zijn?
Het was de Delftse pottenbakker Ary de Milde aan wie dit na eindeloze proefnemingen in ongeveer 1685 lukte. Hoe hij daarin slaagde weten wij niet, hij naam het geheim mee in zijn graf. Hij bleef de enige Delftse pottenbakker, die het lukte de Chinese theepotjes na te maken en het gevolg is geworden dat deze theeportjes door verzamelaars zeer gezocht zijn. De echte Ary de Wilde producten zijn gemerkt met zijn naam en met een lopend hert.
(bron Melange 18 dec.1975 no. 11 blz. 12)