Penselendoos met op het deksel een decoratie van vogels en een boom met vruchten bij een hek. Op de rand gestileerd bandwerk. Op de zijkanten lotusbloemtakken. Aan de binnenkant is het deksel gedecoreerd met gestilleerde bloemmotieven.
De doos betreft een vroeg exemplaar in de productie van het Japans porselein. Het is waarschijnlijk gemaakt voor de Japanse markt en een Chinees exemplaar heeft mogelijk als voorbeeld gediend. Daar waren dit soort dozen al sinds de 15de eeuw bekend. De oorsprong komt van metalen penselendozen uit het Midden Oosten.
In Nagasaki zijn bij een opgraving scherven gevonden in een (afval)laag van een vergelijkbare doos. Een deel van de stad ging in 1663 in vlammen op, deze laag dateert uit die periode. Hierdoor weten we dat het object voor die periode is vervaardigd. Tot nu toe is nog geen enkel andere heel exemplaar gevonden.
Op de onderkant van de doos bevindt zich een oud nummer '6820'. Dit blijkt een oud inventaris nummer van het Rijksmuseum. Het staat in de oude inventarissen nog beschreven, maten en decoratie komen overeen. Het object was ooit onderdeel van de collectie Jean Theodore Royer (1737-1807), die een grote collectie Chinese en Japanse voorwerpen had. In de jaren 1910-20 is het ontzameld (evenals andere stukken) en geveild op naam van dhr. J.A. Frederiks (namens het museum). In 1923 is het geveild bij veilingshuis Frederik Muller en vervolgens heeft Nanne Ottema het aangekocht in 1934 bij de antiquair A. van Messel. (Zie artikel Keramika 2003 (winter) 'Japans Doosje voor schrijfgerei, Jan van Campen)
