Pot met canopische vorm en smalle voet. Rechte, cylindervormige hals. Aan weerszijden een lusvormig oor, aan de rand van de hals aan weerszijden een klein uitsteeksel. De versiering op de schouder is in bruine en auberginekleurige pigmenten opgebracht. Deze bestaat uit spiraalvormige motieven met ruiten en stippen. Tussen de spiralen uitgespaarde tandvormige motieven. Dezelfde versiering op de hals. Aan de binnenkant van de hals een rand van halve cirkels.
De combinatie van dit deze decoratie en vorm ontwikkelde zich vanaf de Midden Banshan periode.