Deze blauwwitte kop en schotel maakten deel uit van een Japans theeservies dat hoogstwaarschijnlijk gemaakt is in opdracht van Joan Huydecoper (1625-1704), vanaf 1666 directeur van de Amsterdamse kamer van de VOC en burgemeester van Amsterdam (met tussenperiodes) gedurende de periode 1673-1693. Huydecoper had een grote kunstverzameling met ondermeer glas en porselein en was de bezitter van de buitenplaats Goudestein in de omgeving van Maarsseveen. Als commissaris van de Amsterdamse Hortus hield hij zich intensief bezig met het bestuderen van exotische flora. In deze functie onderhield hij contacten met VOC-dienaren aan de Kaap en in Azië, onder wie Andreas Cleyer (1634-1698) die in de perioden 1682-1683 en 1685-1686 Opperhoofd in Deshima was. Het is goed mogelijk dat Joan Huydecoper via deze contacten opdracht tot de vervaardiging van dit wapenporselein gegeven heeft. Er is nog een tweede theeservies bekend met het wapen van Huydecoper. Dit theegoed is echter in China vervaardigd en is 1733 gedateerd. Waarschijnlijk is dit servies besteld door de jongste zoon van Joan Huydecoper, Jan Elias (1669-1744), en diens zoon Jan Huydecoper (1693-1752)
De schotel is op het plat gedecoreerd met het wapen van de familie Huydecoper. Op de wand een doorlopende landschapsscène met ondermeer een boom bij een rots, een figuur gezeten aan een lage tafel en een bediende bij een soort oven. Op de wand van de kop is rondom driemaal het wapen geschilderd, op het plat is het wapen nogmaals afgebeeld. Japans wapenporselein met een onderglazuur blauwe beschildering is vrij zeldzaam. Naast enkele borden, schotels en kannen komen nauwelijks andere vormen voor. Voor zover bekend, is dit theegoed een van de uitzonderingen op deze regel. Het Gemeentemuseum Den Haag bezit een dergelijke kop en schotel, een derde set bevindt zich in de collectie van in het Groninger Museum.
