De kleine salaadschotel heeft een bol plat en een spreidende lichtgewelfde buitenrand en is blauw beschilderd. Op het plat is een herderin in een landschap afgebeeld die een staf en een bloemenkrans beet houdt. Het plat wordt omkaderd door een dubbele cirkel en een bloemslinger. Op de overgang naar de rand is eveneens een dubbele cirkel geschilderd. De rand is voorzien van zes kaders met elk drie bloemen die elkaar deels overlappen. De ruimte tussen de kaders is opgevuld met servetwerk.